Grijsvlak
DennewegDHC

Aanklacht Denneweg tegen horecabeleid

Bewoners van de Haagse binnenstad zijn niet of nauwelijks gehoord bij het vaststellen van een ruimer horecabeleid eerder dit jaar. Bovendien heeft wethouder Karsten Klein (CDA, stedelijke economie) een onafhankelijk rapport buiten de besluitvorming gehouden.

 

Artikel uit Den Haag Centraal Door Herman Rosenberg

Theo Heere, voorzitter van Buurtschap Centrum 2005, is boos. “We waren in het overleg over de Horecanota niet alleen geen volwaardige partner, zoals de gemeente had beloofd, we waren helemaal geen partner. Wij zijn niet tegen een levendige binnenstad, maar wel tegen de eenheidsworst van vertier en steeds meer ‘reuring’, zoals de gemeente wil.” Heere heeft al zijn bezwaren plus een feitenrelaas onlangs op papier gezet en naar B en W en de raad gestuurd.

De gemeenteraad schaarde zich in februari, ondanks veel kritiek van insprekers, achter een ruimer horecabeleid in de binnenstad en Scheveningen. Dit houdt onder meer in dat terrassen ook buiten de ‘kernuitgaansgebieden’ voortaan tot middernacht open mogen zijn en mogelijk wordt dat zelfs 01.00 uur. Voor Heere en veel andere bewoners van ‘2005’, maar ook van andere delen van de binnenstad, is dat onacceptabel.

Volgens Heere is er dus van echte inspraak geen sprake geweest. De bewonersorganisaties waren alle uitgenodigd voor een ‘vage inspiratiesessie’ en hoorden later opeens dat ze geconsulteerd zouden zijn over allerlei concrete maatregelen. Heere weet zich gesteund door Rita van Hasselt, bestuurslid namens de bewoners van de Stichting Binnenstad. “Met geen van de bewonersorganisaties is overleg gevoerd, met de ondernemers ook nauwelijks."

Heere liet het er na het raadsbesluit niet bij zitten. Met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) dwong hij de gemeente verslagen te laten zien van de overlegrondes met bewonersorganisaties. Die bleken er, zoals verwacht, niet te zijn.

Keihard ontkend

Nog gekker werd het toen Heere via een andere weg ontdekte dat het horeca-adviesbureau Van Spronsen & Partners in augustus 2015 de gemeente had geadviseerd terughoudend te zijn met de uitbreiding van horeca. De conclusie van het omvangrijke stuk, dat in handen is van deze krant, is dat ‘het vrijgeven van de markt schadelijk is voor de kwaliteit van het horeca-aanbod op lange termijn’. In de op het Wob-beroep volgende bezwaarprocedure van Heere ontkende een jurist van de gemeente keihard het bestaan van het rapport. Uit de stukken: ‘Nee, Van Spronsen & Partners heeft geen advies uitgebracht. Daartoe was ook geen opdracht gegeven.’ Heere nu: “Hier werd niet alleen een loopje met mij maar ook met de waarheid genomen. Duidelijk is dat college en raad bij zichzelf te rade moeten gaan of zij op deze manier de stad willen besturen.”

Theo Heere en Rita van Hasselt wijzen erop dat het, als het aan de gemeenteraad ligt, allemaal nóg erger wordt. De raad wil onder aanvoering van D66 dat de sluitingstijden van de horeca helemaal worden losgelaten. Uit een onderzoek (26 oktober) blijkt dat 85 procent van de bewoners van de binnenstad dit niet wil. Van de horecabezoekers is 48 procent voorstander van doorgaan tot in de kleine uurtjes. Een conclusie hebben B en W nog niet getrokken.

Rita van Hasselt roept op tot bezinning: “Het is te hopen dat de raad nu wél luistert en dus niet akkoord gaat met vrije sluitingstijden.”

De gemeente laat in een reactie weten dat zij de genoemde inspiratiesessie beschouwt als voldoende participatie. Het bestaan van het rapport wordt nu toegegeven, maar dat zou alleen een 'intern naslagwerk' zijn, dat niet openbaar gemaakt hoefde te worden.